Honing

 

Honing is ingedikte nectar uit bloemen

Een bijenvolk, dat bestaat uit zo’n 50.000 bijen haalt wel 150 tot 300 kilo honing per jaar. 90% daarvan gebruiken ze als voedsel, voor zichzelf, en voor hun nakomelingen. Alleen het overschot, meestal zo’n 20 tot 30 kilo, dat door de bijen in een honingkamer opgeslagen is en niet gebruikt wordt, wordt door de imker uit de bijenkast gehaald. De bijen hebben om de winter door te komen ongeveer 15 kilo nodig. Behalve honing gebruiken de bijen trouwens ook stuifmeel. Dit is een bron van eiwitten, en met name belangrijk voor de larven. Een volk gebruikt ongeveer 30 tot 50 kilo per jaar.

Honing wordt door bijen gemaakt van nectar uit bloemen. De nectar wordt zowel door toevoegen van enzymen als door indikking door verdamping omgezet naar honing. Er is vijf kilo nectar nodig voor een kilo honing, omdat nectar 80% water bevat, en honing maximaal 20%. Het indampen van de nectar gebeurt door de jonge bijen in de bijenkast, onder andere door met hun vleugels te ventileren.

Als de honing klaar is wordt hij door de bijen in de raat afgedekt met wasdekseltjes. Dit is voor de imker het signaal dat de honing geoogst kan worden. Het vocht percentage is belangrijk, en is het eerste wat gemeten wordt na het slingeren. Honing bevat gemiddeld 38% fructose (vruchtensuiker), 31% glucose (druivensuiker), 10% andere suikers (zoals maltose en sacharose) en 17% water. De overige 4% bestaat uit andere stoffen zoals enzymen, vitaminen, zuren, hormonen, bacterieremmers, stuifmeelkorrels en mineralen.

De kleur en de smaak van honing worden bepaald door de oorsprong van de nectar.

 

Kristalliseren

Alle honing zal op den duur gaan kristalliseren, maar de snelheid waarmee dit gebeurt is afhankelijk van de hoeveelheid druivensuiker in de honing. Deze is voor alle honingsoorten anders. Koolzaadhoning bevat veel druivensuiker en wordt dus snel hard. Acaciahoning bevat veel fructose en blijft lang vloeibaar. Is de honing hard geworden, dan kan je dit oplossen door de honing voorzichtig te verwarmen, bijvoorbeeld door de pot in een pannetje warm water te zetten. Niet verwarmen boven de veertig graden, want dan gaan de enzymen verloren die honing zo gezond maken en de unieke smaak geven.

 

Baby's

Baby's onder een jaar kunnen uit voorzorg het beste nog geen honing eten. Het maag- en darmstelsel van zuigelingen tot 12 maanden is nog niet volledig ontwikkeld en daardoor nog instabiel. Het kan niet uitgesloten worden dat er sporen van de bacterie Clostridium botulinum, die overal voorkomt, ook in honing aanwezig zijn. In een enkel geval zouden deze sporen zuigelingenbotulisme kunnen veroorzaken.