Minder bekende vlinders.

 

 

Dit keer een column over niet zo bekende vlinders in Nederland. Op de eerste foto is de hagendoornvlinder te zien. Deze wordt ook wel de citroenvlinder van de nacht genoemd. Het is werkelijk een prachtige nachtvlinder uit de spanner familie, die opvalt door zijn opvallende citroengele kleur. De rups zit op verschillende bomen en struiken zoals de hagendoorn ook wel de meidoorn genoemd, de lijsterbes, sleedoorn, kamperfoelie en de hazelaar. Bij gevaar kan de rups zich oprichten zodat het net lijkt of het een takje is. De vlinder rust overdag en begint in de schemer actief te worden. Het zijn eenlingen en zijn te zien vanaf april tot en met juli.

 

 

Op foto 2 is de Buxusmot te bewonderen. Ondanks dat het een heel mooie vlinder is willen de mensen met een buxus in de tuin deze vlinder liever niet zien. Want de rupsen vernielen heel de buxus als je niet ingrijpt. De buxusmot hoort ook niet thuis in Nederland. Deze is waarschijnlijk als verstekeling uit Azië ons land binnengekomen op de geïmporteerde buxusplanten. De vlinder leeft maar een dag of 7 à 8, maar in die tijd zet hij wel veel eitjes af die als ze uitkomen tot grote overlast lijden. En tot overmaat van ramp planten ze zich ook nog meerdere malen per jaar voort. En voor je het weet is de buxus helemaal kaal gevreten..
Op foto 3 staat de bonte brandnetelmot die ook weer heel mooi is om te zien. Zijn naam geeft het al aan dat hij veel op brandnetels wordt waargenomen. Deze nachtvlinder die ook vaak overdag actief is, is maar kort te bewonderen in de maanden juni en juli. Deze mooie vlinder is moeilijk te fotograferen omdat hij zich meestal onder de bladeren verstopt voor roofdieren. Daarom zie je ze pas als ze verstoort worden als je bijvoorbeeld te dicht langs de plant loopt waar hij zich verstopt heeft. Dan fladderen kortstondig op om zich weer snel elders onder de bladeren te verstoppen.

 

 

Op foto 4 is het kleine muntvlindertje te zien die overdag actief is. Ze eten net als de andere vlinders de nectar uit de bloemen. De eitjes worden op de diverse munt soorten afgezet. Maar ook op de veldsalie, citroenmelisse en wilde marjolein worden de eitjes afgezet. Er zijn twee generaties per jaar en zijn vanaf april tot en met eind september te zien vooral in de kruidentuinen.

 

 

 

Op foto 5 is de appeltak vlinder te zien die ook weer heel mooi is. Deze soort is een echte nachtvlinder en is dan ook niet op de dag actief. En hierdoor is hij zeer moeilijk te vinden en heb ik geluk gehad om hem te fotograferen. De rups eet graag de bladeren van de berk, meidoorn, en de eik. De rups overwintert onder of op de bast van één van deze bomen en eet dan de zachte bast omdat er dan geen blad meer aan de bomen zit om te eten. In april verpopt hij zich om pas in augustus uit te vliegen. Ook deze soort heeft weer twee generaties waarvan de tweede generatie pas in augustus geleverd wordt waarbij de cyclus opnieuw begint.

 

 

Op de laatste foto is de goed gecamoufleerde Groene blokspanner te bewonderen. Omdat hij zo goed gecamoufleerd is, is hij zeer moeilijk te vinden. Meestal is dit dan ook een gelukje als je hem ziet. Deze vlinder is meestal te vinden op de klimop, liguster en hulst. En zit hij op de stam van de plant zoals op de foto, dan zie je hem bijna niet. Ook deze vlinder heeft twee generaties per jaar, en zijn te zien vanaf april tot en met oktober. Dit waren een aantal heel mooie Nederlandse vlinders waar ondanks dat ze niet zeldzaam zijn nog heel veel niet over bekend is.