De vliegende vos

 

 

 

De naam is te danken aan de oranje-bruine beharing op de bovenzijde van deze bijensoort die op de beharing van een vos lijkt. De flanken en onderzijde hebben een zwarte kleur beharing. Door de lange, dichte beharing lijkt de soort een beetje op een hommel. Deze soort valt onder de zandbijen waar ik zo dadelijk verder op in zal gaan. Verder hebben ze net als de honingbijen langwerpige ogen en bestuiven ook de bloemen waarop ze zitten te fourageren. De gemiddelde lengte is zo’n 12 millimeter en zijn voor de mens ongevaarlijk. Ze steken alleen als ze zich bedreigd voelen, maar dan moet je van goede huizen komen om dit te bewerkstelligen. Als het wat frisser is en ze nog niet echt “vliegerig” zijn, zet ik ze soms wel eens op mijn hand. Dit vinden ze helemaal niet vervelend want aan mijn lichaamstemperatuur warmen ze zich dan even op, om daarna weer op de bloemen te gaan zitten. Ik heb ook nog nooit van iemand gehoord dat hij of zij gestoken is door een vosje of door andere zandbijen. Overigens is het mannetje gemakkelijk te herkennen door zijn witte baard zoals op de foto hieronder goed te zien is.

 

 

 

 

Het vosje behoort tot de zandbijenen soort en zijn solitair. Ze heeft dus geen nest met een koningin, soldaten en werksters. De vrouwtjes maken hun nest in zanderige gronden waarin de eitjes in groepen worden afgezet. De nesten worden ook in tuinen en zelfs tussen de straatstenen aangetroffen. De hoopjes zand die dan ontstaan doen denken aan mierenhopen maar dit is dus niet altijd zo. Het kan soms voorkomen dat er een groep vosjes nesten bouwt in de nabijheid van elkaar. En dan kan het straatje er erg rommelig uit komen te zien door al die hoopjes zand. Laat het er maar zo even bij liggen, want na een paar weken is het alweer voorbij. We moeten niet vergeten dat deze vosjes heel belangrijk zijn voor de bestuiving.

 

 

Het vosje is een algemene soort die zowel op meer begroeide plaatsen als wat schralere gronden te vinden is. Een echte voorkeur heeft het vosje niet wat betreft bloemen, al vliegt hij wel graag op ribes soorten zoals de aalbes, kruisbes en trosbessen. Het vosje is vanaf maart tot eind mei te bewonderen, waar ze bij zonnig weer uit de grond tevoorschijn komen. Waar ze dan al een half jaar in volwassen toestand hebben doorgebracht.

 

 

Op een warme dag maakt het vrouwtje maximaal 10 voedselvluchten, ze verzamelt dan het stuifmeel en nectar van diverse soorten bloemen en plakt dit aan haar achterpoten zoals hommels en de honingbijen dat ook doen. Maar haar voorkeur gaat uit naar de ribes soorten, tja het is een kwestie van smaak net als die wij hebben.

 

 

Het vosje lijkt door de beharing wel een beetje op een gewone honingbij of hommel, maar ze hebben een veel kortere tong en de antennes zijn ook aan de korte kant. Maar vooral het platte achterlijf valt erg op. Dit is bij het mannetje goed waarneembaar doordat hij daar minder beharing heeft in tegenstelling tot het vrouwtje waar het dan ook wat moeilijker is te zien. Want het achterlijf van de hommel en honingbij is juist rond in plaats van plat.

 

 

 

 

Het nest is enkelvoudig en vertakt, de hoofdgang kan tot zo’n 50 cm diep in de grond zijn. Aan het einde van de hoofdgang worden zijgangen gemaakt, die eindigen in een broedcel. De broedcellen liggen ongeveer 40 cm diep in de grond. De binnenwand van de broedcel wordt bekleed met een uitscheiding uit een klier die Dufour klier wordt genoemd. Er is maar één generatie per jaar en die zijn maar 3 maanden (maart t/m mei) te zien. De mannetjes verschijnen één of twee dagen eerder dan de vrouwtjes die dan nog maar mondjesmaat te zien zijn. Na een week zijn er ook veel vrouwtjes te zien die fourageren op de bloemen. Na het bevoorraden van de broedcel wordt deze afgesloten met een zandprop. De larve spint geen cocon en wordt dus in die broedcel na het verpoppen gewoon volwassen.

 

 

 

De mannetjes hebben twee strategieën om de vrouwtjes te veroveren. De eerste tactiek is langs de stuiken en bosjes patrouilleren om uit te kijken naar rustende vrouwtjes. De tweede tactiek is laag boven de grond zigzaggend de jacht openen op een vrouwtje. Heeft hij er één in het vizier dan stort hij zich als een dwaas op het vrouwtje en vallen dan beiden op de grond waar de paring plaatsvindt.