Bolvormige springstaartjes

 

 

De bolvormige springstaartjes zie je eigenlijk nooit in de zomer en alhoewel ze heel klein zijn - vaak niet meer dan een halve millimeter - houden ze van het winterweer. Hoe klein ze zijn is te zien rechts van mijn duim, en deze foto (foto 2 onder) is zelfs nog flink uitvergroot. En dan zijn er nog soorten die nog een heel stuk kleiner zijn, zelfs zo klein dat je ze niet met het blote oog kunt zien.

 

 

En ze zijn er in diverse kleuren van licht tot donker en van wit tot rood. Je ziet ze zelfs over het ijs lopen (foto 3) en ze zijn soms door bevroren douwdruppeltjes omgeven. Dus moeten ze antivries in hun bloed hebben, maar het is toch ongelooflijk dat deze kleine springers de vorst kunnen overleven.

 

 

 

Ik zeg springers omdat ze net als vlooien flinke afstanden kunnen overbruggen met springen. Dat doen ze met een vorkje dat gespannen als een springveer onder hun lichaampje zit. Zodra ze die ontspannen, worden ze gelanceerd. Dat gaat met zo’n kracht gepaard dat als ze op een verdroogd blad zitten je het zelfs kunt horen.

 

 

Wanneer ze groeien wordt hun jasje te klein. Hun skelet zit aan de buitenkant. Dat scheurt dan en wordt afgeworpen wat lijkt op een wit broekpak waaruit hij gelopen is (foto 6). Dit noemen we vervellen en dat gebeurt verschillende keren per seizoen.

 

 

Paren doen ze niet maar in plaats daarvan zet het mannetje een spermatofoor neer op een takje of blaadje waar het vrouwtje tegenaan loopt om de bevruchting tot stand te laten komen. Een spermatofoor is een bolletje met sperma op een steeltje, wat te zien is op de foto achter het springstaartje (foto 7).

 

 

Hun voedsel bestaat voornamelijk uit het eten van schimmels en rottend organisch materiaal. In de herfst, winter en vroege lente zijn ze eenvoudig te vinden. Draai maar eens een blad, stukje hout of steen om op de grond. Vaak zie je ze dan wegspringen omdat ze schuw zijn voor het licht.

 

 

Het zijn echt bijzondere diertjes waarvan veel mensen het bestaan niet weten, maar die met honderden in hun tuin zijn te vinden. Meestal fotografeer ik ze in het educatief centrum de Boshoek en in de tuinen van de Groene Raat, maar ook langs het 600 meter lange fietspad in de Willem Andriessenlaan richting het Hof van Spaland aan de kant van de bosjes waar de bladeren liggen. In principe kun je ze overal vinden onder de op de grond gevallen bladeren of stukjes hout en steentjes.

 

 

En wat ik nog bijna vergeet te zeggen is dat sommige soorten zelfs in de woestijn te vinden zijn en zelfs op Antarctica in de sneeuw. Men doet momenteel ook onderzoek om van springstaartjes een nieuw antibioticum te ontwikkelen. Ze zijn voor ons dus ook belangrijk. De foto's die je bij dit artikel ziet, heb ik vorig jaar gemaakt. Ik kijk er alweer naar uit om deze bijzondere springertjes dit jaar te fotograferen want het zijn echt mooie en bijzondere diertjes