Bladluizen worden "gemolken" door mieren.

 

 

 

 

Iedereen kent ze wel…. De zandhoopjes met een gaatje tussen de trottoirtegels gemaakt door mieren die onder de door de zon opgewarmde tegels hun nest met eieren en larven verzorgen. En natuurlijk weet ook iedereen dat ze altijd opzoek zijn naar zoetigheid. En vaak zijn veel mensen soms de wanhoop nabij als een heel peloton mieren via de tuindeur opzoek gaan naar suiker of andere zoetigheden in de keuken. En als ze een plekje hebben gevonden met zoetige voorraad, dan is echt het hek van de dam omdat ze via feromonen dat plekje aan de andere mieren doorgeven, en zo een hele invasie kunnen ontketenen dat z’n weerga niet kent.

 

 

Maar wat veel mensen niet weten is dat de mieren ook de bladluizen ‘melken’. De bladluizen die met hun lange zuigsnuit in de plant steken totdat ze in een bastvat waar het sap van de plant stroomt zitten. Dit sap bestaat uit vitaminen, aminozuren en mineralen. Dit sap bevat ook heel veel suiker, zelfs zo veel dat de luizen het overschot uitscheiden wat we honingdauw noemen. De mieren zijn daar dol op en zijn er achter gekomen dat als ze de luizen betrommelen op hun schild met hun voelsprieten de luizen nog sneller een druppeltje zoetstof uitscheiden die ze gelijk opdrinken. Ook al eten de mieren zo nu en dan wel wat luizen, ze worden ook door de mieren beschermd tegen bijvoorbeeld de larven van de lieveheersbeestjes en de volwassen lieveheersbeestjes die luizen heerlijk vinden. Deze maar ook andere beestjes die op de luizen jagen worden direct door de mieren aangevallen en verjaagd of gedood. Hier onder is zo’n zoet druppeltje te zien die de mier heeft laten vallen toen ik het opnemen van de mier wilde fotograferen en schrok. Ook bijen en wespen zijn er gek op allen zijn de mieren veel sneller en behendiger en zijn ze meestal sneller en vist de bij en de wesp achter het net.

 

 

Mieren zijn echte agrariërs want in het voorjaar worden de luizen van ‘stal’ gehaald die ze in het najaar vanaf de plant in hun mierennest verplaatsen zodat ze de winter overleven. En worden dan in het voorjaar weer op hun waardplant gebracht. Een waardplant is een plant waar bepaalde dieren alleen maar op kunnen leven. Voor de bladluis geld het zelfde omdat ze met hun snuit alleen in die plant kunnen doordringen.

 

 

De mier beschikt over twee kleine en twee grotere ogen maar ze zien heel slecht. Normaal hebben ze die ook niet nodig in hun donkere ondergrondse mierennesten. Daarentegen zijn de voelsprieten uitermate goed ontwikkeld en ruiken en voelen zo goed dat ze hun ogen niet echt nodig hebben..In het najaar zijn de achterkanten van de mieren zo erg opgezet van de zoete vloeistof dat ze bijna knappen.

 

 

Als het echt koud begint te worden dan gaan de mieren een winterslaap doen en als ze in het voorjaar weer wakker worden hebben ze door het reservevoedsel genoeg energie om direct aan de slag te gaan voor weer een nieuwe jaarlijkse cyclus. Overigens zijn de wetenschappers aan het uitzoeken hoe het komt dat de bladluizen zichzelf niet meer kunnen beschermen. Want zonder de mieren kunnen ze niet meer overleven. Nu is de vraag komt dat omdat de bladluis zo is geëvolueerd doordat ze zichzelf niet meer hoefden te beschermen omdat de mieren dit al deden, of hebben de mieren de goede bladluizen voor hun zelf zo geselecteerd dat de bladluizen hun vermogen om zich te verdedigen daardoor hebben verloren.